Op de melodie van “Leef”
Ergens in een sloep, aan de Pollendam
Daar zat op een doft, een oude wijze man
Hij zei dat die nog maar een paar slagen had
Dus pak een riem, pak alles, en ga er mee op slag
En hij zei:
Roei, alsof het je laatste slag is
Roei, alsof de stroming niet bestaat
Roei, alsof de HT nooit echt af is
En roei, tot dat je niet meer kan
En ha, a, a, a
Ha, a, a, a
Ha, a, a, a
Geef alles wat je kan
En Ha, a, a, a
Ha, a, a, a T
Roei, zo hard als je maar kan.
Hij vertelde dat hij zich getraind had in het zweet
Bier verruild voor water
Maar nooit echt had gefeest
Zijn vrouw was bij hem weg
Voor een doftie ingeruild
Af en toe gelachen
Maar veel te veel getraind
En hij zei:
Roei, alsof het je laatste slag is
Roei, alsof de stroming niet bestaat
Roei, alsof de HT nooit echt af is
En roei, tot dat je niet meer kan
En Ha, a, a, a!
Ha, a, a, a!
Ha, a, a, a!
Geef alles wat je kan
En Ha, a, a, a!
Ha, a, a, a T!
Roei, zo hard als je maar kan
En roei, alsof het je laatste slag is
Roei, alsof de stroming niet bestaat
Roei, alsof de HT nooit echt af is
En roei, tot dat je niet meer kan
Roei, alsof het je laatste slag is
Roei, alsof de stroming niet bestaat
Roei, alsof de HT nooit echt af is
Roei, zo hard als je maar kan
En Ha, a, a, a
Ha, a, a, a
Ha, a, a, a!
Geef alles wat je kan
En Ha, a, a, a
Ha, a, a, a T!
Roei, zo hard als je maar kan
Roei, alsof het je laatste slag is
Roei, alsof de stroming niet bestaat
Roei, alsof de HT nooit echt af is
En roei, tot dat je niet meer kan
En Ha, a, a, a
Ha, a, a, a
HA, a, a, a!
Geef alles wat je kan
En Ha, a, a, a
HA, a, a, a T!
Roei, Geef alles wat je kan
En ROEI!